Natuurmonument De Beer

Opvolger van zijn broer

Willem Eduard Pols behoort, samen met opzichter Wabe Korfmaker, ongetwijfeld tot de markantste figuren van De Beer. Pols kwam uit een gezin met twaalf kinderen. In zijn jonge jaren werkte hij voornamelijk als boerenknecht. Zo ook bij Staalduinen, die een boerderij had in de Scheurpolder. Hier woonde Pols met zijn vrouw in een houten huisje dat door Staalduinen op het erf van zijn boerderij is gebouwd. Dit huisje zou overigens vele jaren later nog een merkwaardig vervolg krijgen. De naam van Pols is nauw verbonden met het Jachtgezelschap Scheurpolder. Vermogende heren uit Rotterdam jaagden al in de twintiger jaren van de vorige eeuw in de Scheurpolder, een gebied ten oosten van De Beer, en op De Beer. Deze Rotterdamse heren richtten in 1927 het Jachtgezelschap Scheurpolder op. De Rotterdamse havenbaron Van Beuningen maakte ook deel uit van het gezelschap. Theo Pols, een broer van Willem, was jachtopziener. Toen Theo Pols in 1935 een betrekking op 't Loo aanvaardde, volgde zijn broer Willem Pols hem op. Het was, naar eigen zeggen, zwaar werk en hij moest regelmatig op pad met de 'heren', zoals hij ze zelf noemt. Maar ook 's nachts was hij in touw op zoek naar stropers. Daarnaast moest er veel gejaagd worden door Pols zelf, vooral op konijnen. Konijnen kwamen in zeer grote aantallen voor op De Beer en werden als zeer schadelijk gezien.

In de oorlog (en daarna)

De Duitse bezetting betekende voor Pols grote veranderingen. Hij had tot dan toe gewoond in een huis in het oostelijke puntje van De Beer. Nu moest hij op gezag van de Duitsers echter verhuizen naar een woning aan de nabij gelegen Dwarsweg.De Duitsers verboden het jagen door het jachtgezelschap. Pols ging echter als jachtopziener over in Duitse dienst. Later zou Pols hierover zeggen dat dat mede op advies van Van Beuningen was. Pols werkte in Duitse dienst samen met Kreb, een Duitse jachtopziener. Naar eigen zeggen was hij zo in staat om bijvoorbeeld te overleggen met de Duitsers over zaken zoals het afzetten van broedgebieden. Later zou hij ook voor de illegaliteit tekeningen van de Duitse opstellingen op De Beer gemaakt hebben. In zijn eigen woorden, zoals opgetekend door Bergwerff: 'Pols maakte tekeningen van geschutsopstellingen, bunkers en mijnenvelden, kortom van alles wat de Duisters lieten bouwen op “De Beer”. Dat kon alleen precies gebeuren door het contact met een Duitse officier, die een vertrouwelijke positie had.' De naam van die Duitse officier wilde Pols niet prijsgeven. 'Hij zou er nu (Pols zegt dit in 1983. EB) nog problemen mee krijgen', zo meent Pols. Mogelijk doelt Pols op Oberfeldwebel Eugen Düringer. Deze Duitse militair zou volgens Prooi in zijn boek Rozenburg in oorlogstijd de illegaliteit behulpzaam zijn geweest bij het maken van kaarten van de versterkingen op de Beer.

Een commissie die de gebeurtenissen tijdens de oorlog onderzocht, meent dat dit inderdaad laakbaar geweest zou zijn, 'ware het niet, dat hij dit opzettelijk deed om “De Beer” te kunnen blijven bezoeken en daardoor in de gelegenheid te zijn om bijgestaan door Van Doorn spionage diensten voor de geallieerden te verrichten, door alle geschutsopstellingen, mijnenvelden en schijnmijnenvelden in kaart te brengen. Een kaart met deze aanwijzingen is in oorlogstijd naar Engeland overgebracht.' Dit werd bevestigd door overste Quint van de Binnenlandse Strijdkrachten. Het eind van het verhaal is dat Pols van alle blaam wordt gezuiverd.

Verhuizen, verhuizen

Pols keerde na de oorlog in eerste instantie terug in de woning bij de eendenkooi. Korte tijd later kon Pols echter een nieuw gebouwde woning op de Noordbank betrekken. In 1948 volgde weer een verhuizing, maar nu naar een definitief onderkomen. Dit is wat later de jachtopzienerswoning is gaan heten in het oostelijke puntje van De Beer. Uit hoofde van zijn functies had Pols goede relaties met veel mensen, niet alleen met de 'heren' van het jachtgezelschap, maar ook met functionarissen van het Koninklijk Huis en van de gemeente Rotterdam. Naar eigen zeggen: '[...] daardoor zaten we financieel op rozen'. De Beer was weliswaar in beheer bij de Stichting Natuurmonument De Beer, maar dat wilde niet zeggen dat de stichting ook alles te zeggen had over wat er op De Beer gebeurde. Zo is het noordelijk gedeelte van De Beer koninklijk jachtgebied. Pols was ook jachtopziener van deze jachtterreinen. Ook werd een gedeelte van het gebied verpacht als jachtgebied aan het Jachtgezelschap Scheurpolder, waarvan Pols ook na de oorlog jachtopziener was. Pols zei hier zelf over: 'Puike jachtgrond was het hier, op het eiland Rozenburg. Konijnen, fazanten, patrijzen, snippen…'.

Het einde van de Beer

De eerste aanslagen op De Beer aan het eind van de jaren vijftig lieten ook Pols niet onberoerd. Zo zei hij in een artikel in 1958: ' “Weet je wat het precies betekent je huis uit te moeten?', vraagt hij. “Niet zo maar een huis, maar een huis, dat de jachtheren als het paradijs van Pols bestempelen…. Een stuk van m'n leven snijden ze weg…. Niets, zelfs de bungalow niet, die men aan de westhoek van “De Beer” voor me wil neer zetten, kan dit compenseren..”.' Pols verhuisde in oktober 1958 naar een huis, de 'bungalow', aan de Vogelweg. Dit 'nieuwe' (houten) onderkomen kwam van elders. Het is een 28 jaar oud huis, dat in tweeën gezaagd wordt om het te kunnen transporteren. Volgens de overlevering is de zaagnaad na de reconstructie van het huis nog duidelijk zichtbaar.

Een 'nieuw' huis aan de Dintelweg

Eind 1963 volgde een nieuwe verhuizing. Het zou de laatste blijken te zijn. Het houten huis van de Vogelweg verhuisde opnieuw, nu naar de Dintelweg in Europoort. Dit werd het nieuwe onderkomen voor Pols. Maar ook daarna was Pols nog steeds jachtopziener van het jachtgezelschap Scheurpolder. Het was dit jachtgezelschap dat er voor zorgt dat Pols een koninklijke onderscheiding krijgt. In 1969 ontving Pols uit handen van Mr RJEM van Zinnicq Bergmann, hofmaarschalk en tevens jagermeester, de eremedaille in zilver van de Huisorde van Oranje. Deze orde wordt alleen verleend aan personen die zich verdienstelijk hebben gemaakt voor het Koninklijk Huis. De toekenning ervan gaat per hofbesluit en valt dus buiten de procedure voor de toekenning van koninklijke onderscheidingen. De Beer was weliswaar verloren gegaan, maar de jacht ging door. Europoort, en later de Maasvlakte, werden de nieuwe jachtterreinen van de Rotterdamse heren. En zo bleef Pols tot op hoge leeftijd actief. Pols overleed in 1993 in zijn huis aan de Dintelweg.

 

Logo

Laatste wijziging

15 oktober 2018

Terzijde

In 1983 sprak Jo Bergwerff, de man die veel van de Rozenburgse geschiedenis heeft vastgelegd, langdurig met Willem Pols over zijn leven. Dit heeft geresulteerd in een soort levensbeschrijving onder de titel 'Het bijzondere leven van Willem Pols'.

Het bijzondere leven van Willem Pols (18 pp., 0.5 MB, Pdf)

 

Willem Pols

Willem Pols op De Beer. Een foto uit de diaserie van Simon de Waard over de Beer.

 

Willem Pols met hond

Op latere leeftijd met een van de honden.

Foto ex-collectie M. Bakelaar.

 

Op jacht

De Beer – en de aangrenzende Scheurpolder – was een uitstekend jachtgebied. Leden van het Jachtgezelschap Scheurpolder kwam er regelmatig. Maar zo te zien op de foto's jaagde daarnaast ook nog menig ander op De Beer. Of zou de veldwachter alleen als drager fungeren?

Foto ex-collectie M. Bakelaar.

 

Huis Pols aan de Dintelweg

Het laatste huis van Pols was gelegen aan de Dintelweg in Europoort. Hier heeft hij tot aan zijn dood 1993 gewoond. Het huis was de uitvalsbasis voor het Jachtgezelschap Scheurpolder. Het huis is in het voorjaar van 2010 gesloopt. Foto Ed Buijsman.