Natuurmonument De Beer

De dennentuin

Vanouds bevond zich aan de noordkant van De Beer een dennenbosje. Het waren zeedennen. De aanplant vormde een opmerkelijk gezicht, tussen de verder natuurlijk aandoende duinbegroeiing. Voor de oorlog was een stukje van 50 bij 300 meter, na de oorlog resteerde een gebiedje van 50 bij 50 meter. Alleen het zuidwestelijke punt was er toen van overgebleven, de rest vormde een open zandbaan met resten van bunkers.

Detail topografische kaart 1938

In de rode cirkel de dennentuin op de topografische kaart uit 1938.

Tijmstra was de eerste die het voorkomen van de Ransuil op De Beer beschreef. Zie het citaat rechtsboven op deze pagina. Verder is er weinig aandacht voor de Ransuil op De Beer in de literatuur. Frans Kooijmans schreef erover in een brief aan Strijbos na de oorlog: 'Was meestal aanwezig in de “dennentuin” en broedde daar ook.’ Aardig is dat Jan Joost ter Pelkwijk aandacht aan de Ransuil besteedde op zijn fameuze kaart van De Beer van rond 1930.

 

 

Na de oorlog heeft Simon de Waard het in zijn bijdrage aan de eerste (en tweede) editie van het informatieboekej over De Beer over: 'De dennenbosjes herbergen vaak Ransuilen.' In de derde editie wordt de Ransuil niet meer genoemd, niet verwonderlijk want het dennenbosje was toen ter ziele.

De Ransuil op de foto

De foto's zijn gemaakt door Fred van Olphen in het Vlierenbos op 26 juni 1956.

Literatuur

—   Tijmstra, G.J., De beteekenis van de Beer voor onze (en vreemde) vogels. De Levende Natuur 32, 306-318. — Download dit artikel bij Natuurtijdschriften.nl

 

Fred van Olphen wordt hartelijk bedankt voor de beschikbaarstelling vn de foto's. Verder gaat mijn dank uit naar Norman Deans van Swelm voor de attendering op deze foto's en de bemiddeling.

Logo

Laatste wijziging

27 augustus  2021