Laatste wijziging
15 oktober 2018
J.A. van Steijn, voorzitter. Van Steijn was voormalig directeur van Staatsbosbeheer. Van Steijn had sinds de oprichtin van de stichting (1935) zitting in het bestuur; sinds maart 1953 was hij tevens bestuursvoorzitter van Natuurmonumenten. In 1952 werd hij bestuursvoorzitter bij de stichting.
H. Bakker, hoofd van de afdeling Domeinen van het Ministerie van Financiën. Bakker kwam in 1947 in het bestuur en zou daarin tot het einde toe zitting hebben.
J. Bakker, referendaris bij het departement van Financiën. Deze Bakker was een man van het eerste uur, want hij zat sinds de oprichting van de stichting (1935) in het bestuur. Bakker was van 1946 tot en maart 1953 bestuursvoorzitter van de stichting. Bij zijn aftreden als voorzitter – Bakker bleef bestuurslid – kreeg het eerst aangelegde bos na de oorlog de naam Jacob Bakkerbos.
M.C. Bloemers (mr.), namens het Ministerie van Onderwijs, Kunsten en Wetenschappen waaronder de natuurbescherming viel.
G.A. Brouwer (dr.), sinds 1951 namens de Vereniging tot Behoud van Natuurmonumenten, waar Brouwer deel uitmaakte van het dagelijks bestuur. Brouwer was in het bestuur van de stichting de opvolger van Van Tienhoven die sinds het begin – 1935 – lid van het bestuur was geweest.
J. Drijver, namens de namens de Nederlandsche Vereeniging tot Bescherming van Vogels. Ook Drijver was een oudgediende; al bij oprichting van stichting (1935) zat hij in het bestuur.
F.W. Malsch (ir.), directeur van Staatsbosheer en als zodanig sinds 1952 opvolger van Van Steijn in het bestuur. Van Steijn zou daarna op persoonlijke totel in het besuur zitting hebben.
G.J. van Oordt (prof.dr.) Van Oordt kwam mediio 1941 in het bestuur. Het waarom kan niet uit de stukken worden opgemaakt. Van Oordt was weliswaar een gedreven amateur-ornitholoog en een frquent bezoeker van De Beer, maar proffesioneel gezien was hij een endocrinoloog. Mogelijk dat het aftreden van mr. J.A.M. Pott, de vertegenwoordiger van het ministerie van Landbouw en Visscherij, ermee van doen had. Het ministerie dat hij vertegenwoordigde had echter geen taak meer op het terrein van de natuurbescherming. Die taak was overgegaan naar het ministerie van Opvoeding, Wetenschap en Cultuurbescherming. De termijn van Pott werd dus niet verlengd en mogelijk kwam in zijn plaats kwam de 'bioloog' Van Oordt in het bestuur. Van Oordt mocht zich er overigens graag op beroemen dat hij al sinds 1910 De Beer bezocht. Hij was daarmee van alle bestuursleden waarschijnlijk degene die het langst op De Beer kwam. Zo zei hij al op de eerste bestuursvergadering waarbij hij aanwezig was: '[...] verklaart met groot genoegen de reeds sedert 1906 de met "De Beer" bestaande officieuze verhouding te hebben omgezet in een officiële'. Nog bij zijn afscheid in 1962 memoreerde hij dit - enigszins ruim bemeten- met 'ongeveer 60 jaar'.
W.A.A.J. Baron Schimmelpenninck van der Oye, jagermeester van Hare Majesteit de Koningin in de provincie Zuid-Holland. Hij had zitting in verband met de koninklijke jacht in de duinen, waar De Beer ook onder viel.
C.N.A. de Voogd (ir.), rentmeester van de stichting en houtvester bij Staatsbosbeheer.
In de loop van de tijd fungeerden diverse personen als ambtelijk secretaris, waaronder J.D.G. Peereboom Voller.
In 1957 overleed plotseling W.A.A.J. Baron Schimmelpenninck van der Oye. Aanvankelijk werd niet in de vacature voorzien, maar in 1958 nam dr.ir. Z.Y. van der Meer de opengelaten bestuursplek in. Nog in hetzelfde jaar zou Van der Meer bestuursvoorzitter worden.
In 1959 werd mr. M.C. Bloemers opgevolgd door mr. F. Oorthuys. In hetzelfde jaar nam ir. A. Stoffels, adjunct directeur bij Staatsbosbeheer, de plaats in van ir. F.W. Malsch, die wegens het bereiken van de pensioengerechtigde leeftijd was afgetreden als directeur van Staatsbosheer. Eveneens in 1959 trad mr. H.S. Bekius, inspecteur der Domeinen te Dordrecht, tot het bestuur toe. Als reden hiervoor wordt in het verslag van de bstuursvergadreing van 9 juli 1959 opgegeven de 'problemen die zich ten aanzien van de Kwaden Hoek en de Scheelhoek voordoen'.
In 1960 werd mr. T. Lebret als bestuusrlid benoemd. Ir. De Voogd legde zijn functie van rentmeester neer, maar bleef wel adviserend lid van het bestuur. Ook ir. S. Bekius werd aan het bestuur als adviserend lid toegevoegd.
In 1961 traden J. Bakker en J. Drijver af, omdat zij de 75-jarige leeftijd hadden bereikt. Dit was volgens de statuten de uiterste leeftijd voor bestuursleden. Bij deze gelegenheid werd opnieuw een bos op De Beer naar Jacob Bakker vernoemd. Eveneens in 1961 nam de ambtsopvolger van mr. H.S. Bekius, mr. M.D. Joustra, diens plaats als adviserend lid in.
In 1963 overleed geheel onverwacht prof. dr. G.J. van Oordt. Zijn plaats als 'vogeldeskundige' werd ingenomen door prof. dr. K. H. Voous.
Z.Y. van der Meer (dr. ir.), voorzitter; H. Bakker, plaatsvervangend voorzitter; en de leden: G.A. Brouwer (dr.); T. Lebret (mr.); F. Oorthuys, (mr.); A. Stoffels (ir.) en K.H. Voous (prof. dr.). Adviserend leden: W.G. Beeftink (ir.), M.D. Joustra (mr.) en C.N.A. de Voogd (ir.).
15 oktober 2018
— Het eerste bestuur van Stichting Natuurmonument De Beer
— De voorzitter tijdens de ontmanteling van De Beer, Z.Y. van der Meer
— De man die een tijdens de oorlog een bedenkelijke rol speelde bij de inpoldering van een deel van De Beer en 1947 in het bestuur van de stichting zitting nam: H. Bakker.
— Het naar J. Bakker vernoemde (eerste) Jacob Bakkerbos
J.A. van Steijn
Z.Y. van der Meer
Het bestuur van de Stichting Natuurmonument De Beer bij de opening van het (tweede) Jacob Bakkerbos in 1961. — Meer informatie over deze foto.