EditRegion4

Grote Stern

[Laatste wijziging: 10 dec 2014]

Nu ook een aparte website over de Grote Stern! De Grote Stern

Grote Stern. Foto Wabe KorfmakerDe Grote Stern (Sterna sandvicensis) was 'de glorie van De Beer', zoals Simon de Waard terecht meldt in zijn film over De Beer. We heben het dan over het begin van de jaren vijftig, toen de Grote Stern met ca. 10.000 broedparen op De Beer aanwezig was. Toch was dat niet altijd zo geweest.

Van Oordt merkte in een artikel in Ardea in 1923 over de Grote Stern op: ‘Bij den Hoek van Holland komen zij ’s zomers geregeld voor, doch voor zoover ik weet, broeden zij er niet.’ Het eerste, gedocumenteerde broedgeval van de grote stern op De Beer dateerde van 1927. Het boek 'Het Vogeleiland' vermeldde dat in de tweede helft van de jaren twintig de Grote Stern nauwelijks op De Beer broedde. In het jaarverslag van de Vogelbescherming over 1929 valt te lezen: 'Vóór 1929 bedroeg het hoogste aantal, voor zover wij weten, 2 paren. Maar zulk een kleine nederzetting geeft bij Grote Sterns hoop op een flinke nederzetting en die hoop ging in 1929 in vervulling. Op 16 Juni vonden de bewakers 40 legsels; den volgenden dag waren er reeds 113. De geheele kolonie telde ten slotte ongeveer 350 nesten.' Het zouden er uiteindelijk 381 zijn.

Brouwer en Haverschmidt bespraken in een artikel in Ardea in 1932 hun recente waarnemingen op De Beer. Over de Grote Stern: ‘Op De Beer in 1932 800 paar. De Groote Stern kan daar dus wel tot de vaste broedvogels gerekend worden.’ Dit was het begin van een stormachtige ontwikkeling van de Grotesternkolonie op De Beer.

Stern op dameshoedHet was een mooie ontwikkeling, nadat het aantal sterns in Nederland rond 1910 een dieptepunt had bereikt met slechts 500 broedparen. Dit was het gevolg van de zogeheten 'vogelmoord'. Het jaarverslag over 1907 van de Nederlandsche Vereeniging tot bescherming van Vogels legde het uit: ‘’t Talrijkst zijn altijd vertegenwoordigd de Sterna, ook wel vischdiefje geheten, een fraaie witte vogel met gitzwarte kruin, rozig bekje en dito pootjes. De Sterna verscheen gewoonlijk in ’t begin van April, om einde Augustus te vertrekken. In de tweede helft van Mei nestelde zij in de polders en langs ’t strand en broedde haar drie fraaie eitjes uit. Ook dit voorjaar zijn duizenden van zulke vogels op Texel neergestreken, doch er zullen er vermoedelijk slechts enkele honderden kunnen vertrekken als de herfst in aantocht is. De reden daarvan is, dat de sterna’s thans bij duizenden worden vermoord. Jagers, van elders gekomen, kruisen met bootjes langs de kust op en neer. Zoodra een sterna zich buiten den dijk waagt, knalt het moordend geweer en stort de vogel doodelijk getroffen in zee, waar de jager hem weldra heeft buitgemaakt. Van vrienden opkoopers ontvangt hij dan elf cent per stuk. Naar verzekerd wordt, snijdt men de vleugels der sterna af, die in ’t buitenland verwerkt worden ter versiering van dameshoeden. En voor zulk een dwaze modegril moeten duizenden fraai vogels worden vermoord. Is ’t niet gruwelijk? Wie onzer dames neemt het initiatief om aan dien vogelmoord een eind te maken?’

Maar in de jaren dertig was dat alles lang verleden tijd. De Vogelwet van 1912 had de zaak veel goed gedaan. In 1936 scheef opzichter De Jager over de Grote Sterns op De Beer: ’19 mei. De Grootesternkolonie gaat schitterend vooruit, thans hebben wij reeds 2000 nesten dezer vogels. Op een afstand gelijkt het als er een groot wit laken op de groene zeepostelein ligt.’ Het boek ' Kustbroedvogels in het Noordelijk Deltagebied' maakte op basis van historisch materiaal een reconstructie van de aantallen Grote Sterns in het noordelijk Deltagebied en als onderdeel daarvan ook op De Beer. Zo schatten zij dat het aantal broedparen op De Beer stijgt tot 5.000 aan het begin van de oorlog. Deze ontwikkeling schrijven zij toe aan een aantal factoren: een betere bescherming van de broedgebieden, die tot meer rust leidt, de vestiging van de kokmeeuw, die de Grote Sterns beschermen tegen predatoren. Dit laatste is overigens een merkwaardige kwestie, omdat lange tijd de kokmeeuwen als belagers van de Grote Sterns werden gezien. Vlak voor de Tweede Wereldoorlog waren er in Nederland bijna 40.000 broedparen van de Grote Stern.

De populatie op De Beer verdween vrijwel volledig tijdens de Tweede Wereldoorlog, maar het herstel begon opmerkelijk genoeg al weer in 1945. De jaren die volgden, lieten een steeds verdere toename van het aantal Grote Sterns op De Beer zien. In het begin en het midden van de jaren vijftig werd het hoogtepunt van rond de 10.000 broedparen op De Beer bereikt. Het totaal voor Nederland kwam daarbij weer op het vooroorlogse aantal van 40.000 broedparen. De telodrinaffaire zorgde vanaf 1956 voor een bijna totale vernietiging van de populatie, niet alleen op De Beer, maar in geheel Nederland.Toen zich in het begin van de jaren zestig een voorzichtig herstel aandiende, was het voor de populatie op De Beer te laat.

Begin jaren zestig waren er al weer 2.000-3.000 broedparen op De Beer, maar helaas verdween De Beer als broedgebied. Vanaf het midden van de jaren zestig nam de omvang van de populatie van de grote stern in Nederland weer toe, zij het in een laag tempo. Tegenwoordig zijn er 15.000-20.000 broedparen. Dat is zo’n 30% van de populatie in Noordwest-Europa. Het grootste gedeelte van de Nederlandse populatie bevond zich jarenlang op Griend. Kleinere kolonies kwamen toen (soms) voor in de Zeeuwe delta en op Texel worden aangetroffen. Tegenwoordig is Texel weer een belangrijk broedgebied.

Onderzoekers stellen dat de grote stern in Nederland in vergelijking met 50-60 jaar geleden sterk is afgenomen, maar dat de totale populatie in Noordwest-Europa zich nog steeds op een min of meer zelfde niveau bevindt.

Meer over de Grote Stern, met onder andere filmmateriaal van Simon de Waard.

Zie ook ons bezoek aan de Grote Sterns op Texel in 2014: kamer 17.

Grafiek visdieven op De Beer

Het aantal grote sterns in Nederland en op De Beer. Voor de Tweede Wereldoorlog was De Beer een belangrijke broedplaats van de grote stern in Nederland; de belangrijkste was destijds het eiland Griend in de Waddenzee. Bron: Een eerste klas landschap, p. 160.